Kort nieuws

Korte nieuwtjes, opinies, columns,... het lichtere werk

© rr

23/03/2017

Joke Schauvliege vergist zich weer eens van bevoegdheid

Weer moet een beschermd bos plaats ruimen voor industriële activiteit. En weer klinkt het unisono dat er geen alternatief is.

In het Limburgse Houthalen-Helchteren wil de Group Machiels beginnen met het afgraven van het enorme Remo-stort, waar 16 miljoen ton huishoudelijk en industrieel afval (plastic, metalen maar ook asbest) ligt te wachten op recyclage en verbranding.

Het ‘opruimen’ van de historische stortplaats moet het eerste grote demonstratieproject worden van een aanpak die haaks staat op de manier waarop we sinds mensenheugenis met afval omspringen. Met de techniek van enhanced landfill mining, die Machiels al meer dan tien jaar aan het ontwikkelen is, wordt afval opgewaardeerd tot ‘grondstof’, wordt een vies stort gepromoveerd tot ‘tijdelijke opslagplaats’ (van grondstoffen) en worden afvalresten niet meer verbrand, maar ‘energetisch gevaloriseerd’. Klinkt allemaal heel aantrekkelijk – en dat is het ook. Des te groter was mijn verbazing toen ik las dat uitgerekend Machiels, dat zó sterk inzet op een duurzame, circulaire economie, zich tóch heeft laten verleiden tot een voorbijgestreefde, oubollige aanpak (DS 22 maart). Het bedrijf wil op een terrein naast het stort immers drie zogenaamde plasmaovens bouwen die de restfracties zullen verbranden tot waterstofgas en -methaan (groene brandstof) en ‘plasmarock’ (een duurzamere vervanger voor zowel cement, baksteen als beton). Helaas is het terrein in kwestie bosgrond die in het bezit is van de Vlaamse overheid en beschermd door Europa.

Is dat een probleem? Dan toch enkel voor een lokale actiegroep en een Limburgse milieuvereniging. Minister van Leefmilieu en Natuur Joke Schauvliege (CD&V) heeft zich immers weer eens van bevoegdheid vergist en zonder morren een milieuvergunning toegekend. En het Limburgse provinciebestuur heeft al keurig de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd. Het viel te verwachten: de Vlaamse regering beschouwt de circulaire economie als een ‘transitieprioriteit’ en dus mag niets dit project in de weg staan.

Zo dreigt alweer een waardevol bos – dertig keer zo groot als het beruchte Essersbos! – te verdwijnen als gevolg van een genadeloos rondje ‘Tina’ (There is no alternative). Volgens Machiels voldoet het terrein van het stort niet voor de ovens omdat de bodem er niet stabiel genoeg is. Ze verder weg bouwen zou dan weer extra transport veroorzaken. Beide argumenten houden misschien steek, maar ze komen mij toch voor als goedkope uitvluchten. Zeker voor een bedrijf dat de voorbije tien jaar een uniek staaltje technologie voor de ontginning van stortplaatsen heeft ontwikkeld. Voor die knowhow bestaat grote interesse, zowel in binnen- als buitenland. Aan die instabiele bodem kan heus wel wat worden gedaan. En dat transport, dat lijkt me een uitgelezen klus voor Essers.

Laten we de redenering opnieuw voeren, maar nu zonder Tina en mét de schaarse Vlaamse natuur als volwaardige stakeholder. U raadt het: de uitkomst is anders. Bos kappen komt niet eens ter sprake. Dat hoeft ook niet. De vindingrijkheid van een ‘innovatiegedreven’ bedrijf, dat ook nog eens de volle steun geniet van de overheid, kent immers geen grenzen. Er zijn altíjd alternatieven. Alleen, je moet ze willen zien.