U leest het goed: ik ijver volop voor de bouw van een nieuwe voetbaltempel. Een stadion waarin zowel de Rode Duivels als de Reds kunnen schitteren.
België en grote infrastructuurprojecten, zelden een succescombinatie. Altijd is er wel een wettelijk of juridisch middeltje te vinden om een project te vertragen of desnoods te hypothekeren. En dus staat of valt de realisatie van grootse plannen met de kunst om een compromis te vinden. Of, als zelfs dat niet lukt, met de durf en de vindingrijkheid om het roer om te gooien en een compleet ander plan op tafel te leggen.
In het dossier van het Brusselse Eurostadion wordt het tijd om die tweede piste te bewandelen. Dat ons land daardoor ‘imagoschade riskeert’ omdat we mogelijk geen stadion klaar hebben tegen de aftrap van het Europees Kampioenschap in 2020 – een gedrocht van een toernooi dat in 13 verschillende landen wordt gehouden – zal mij worst wezen. Alsof de bobo’s van de voetbalbond en de Brusselse politici zich de voorbije jaren om welk imago dan ook hebben bekommerd, toen ze dit dossier er probeerden door te drukken.
Op de zeldzame momenten dat ikzelf op een voetbalveld sta, probeer ik mijn reputatie als goalgetter eer aan te doen. Als ik een kans zie om te scoren, twijfel ik niet. Met het recente Oosterweel-akkoord, waardoor eindelijk kan worden begonnen met het ontwarren van de Antwerpse verkeersknoop, dient zich zo’n kans aan. De mobiliteitsruimte die straks vrijkomt laat toe dat er in Deurne en omgeving weer vooruit kan worden gekeken. Terwijl de supporters van den Antwaarp amper zijn ontwaakt uit hun overwinningsroes, heeft het bestuur van The Great Old grootse plannen. Terecht, want als er één club een nieuw stadion verdient, is het wel Royal Antwerp FC. De Bosuil kraakt al zo lang onder het betonrot dat het een wonder mag heten dat het boeltje nog niet is ingestort.
Nu wil het toeval dat er al plannen voor een Eurostadion op de Bosuilsite klaarliggen. Eind jaren 1980 pleitte toenmalig Antwerp-coach Georg Kessler al voor de bouw van een nieuw stadion. In de jaren negentig kwam het dossier van het Antwerpse Eurostadion in een stroomversnelling dankzij de Europese successen van de club én de toewijzing van Euro 2000 aan België en Nederland. De herlancering van het toen gestrande initiatief voor een Antwerps Eurostadion zou nu een ideaal zoenoffer zijn voor de betonboeren van Ghelamco, waarvan de ceo zich al innig met de oudste club van het land heeft verbonden. Een propere exit uit een rotdossier, wat wil je nog meer?
Een thuisbasis voor de Rode Duivels in Antwerpen, tegelijkertijd een stadion waarin een échte volksclub speelt (en niet tegen haar goesting, wat bij Anderlecht in het Brusselse Eurostadion het geval zou zijn geweest). Wie kopt deze voorzet binnen?